Als je gaat lijnen, deel je maaltijden dan zoveel mogelijk in partjes. Of laat delen weg. Je wil bijvoorbeeld als lunch yoghurt eten, dan een belegd broodje en wat fruit. Eet de yoghurt dan ’s ochtends, de rest bij de lunch. Bij de lunch eet je een broodje. ’s Middags eet je het fruit tussendoor. Smeer het eten wat meer uit over je dag. En het liefst pas eten als je honger hebt.

Je wil aardappelkoeken eten met wat vlees en doperwten. Eet dan alleen wat vlees en doperwten. Of deel je vlees in tweeën en eet dan de koeken met erwten. De rest van het vlees kun je altijd morgen opeten.

Dus: nooit teveel tegelijk eten. Houd het licht, dan kun je toch lekkere dingen eten.

Als je eens alleen trek hebt in vlees met frietjes, eet dan zo’n klein mogelijk stuk vlees en zo weinig mogelijk friet. Wat komkommer erbij is lekker. Neem ’s avonds nog wat fruit.

Dat is wat mij opviel bij het lijnen: als ik zo’n 80 gram vlees at in plaats van 150 of 200 gram miste ik feitelijk niets. Ja, voor het eten. Dan dacht ik: wat weinig! Maar als ik gegeten had zat ik toch wel vol. En zo bespaar je wel enorm op je calorieën. Je kunt later altijd nog wat nemen als je honger hebt.